Kolf: Oudhollands volksvermaak
Kolf, een typisch oudhollands spel voor jong en oud, rijk en arm. We vinden al verwijzingen naar het spel in 1261. Het gaat hier dan wel om een voorloper van kolf: colf. Het colfspel werd buiten gespeeld en het doel was om met zo weinig mogelijk slagen de bal naar het einddoel te krijgen.
De verandering van het spel (colf naar kolf) is te linken aan de groeiende overlast die het spel veroorzaakt in steden. Het spelen binnen de poorten wordt aan banden gelegd, met het gevolg dat het spel zich verplaatst naar locaties buiten de poorten of naar kleinere banen binnenshuis. Voornamelijk herbergen maken hiervoor ruimte, wat een goede omzet voor de herbergier met zich meebrengt. Vanzelfsprekend moet de baan daarvoor wat kleiner gemaakt worden.
Hierna haalden wij de dames af en wandelden naar de societeit, waar wij ons bij eene goudvischkom tusschen hooge populieren en treurwilgen nederzetteden om een tafeltje met Rhijnwijn gevuld. Wij zagen hier de nette komediezaal en kolfbaan.
De kolfbaan die Jacob van Lennep beschrijft is dan nog te vinden in het Schuttershof, maar de populariteit van het kolfspel is al een tijdje aan het dalen. Een kolfbaan die het langer volhoudt, is te vinden in een herberg aan de Nieuwstraat 14, geopend door Anthoni Molhoek in 1771. De oude kleien kaatsbaan die er ligt wordt weer in ere hersteld als kolfbaan en daar zal goed gebruik van worden gemaakt door kolfsociëteit ‘de Prins van Oranje’, vernoemd naar de herberg waarin ze spelen.
Op 13 mei 1885, wanneer het kolfspel al een tijdje dreigt uit te sterven, wordt de Nederlandsche Kolfbond opgericht in Haarlem. De kolfsociëteit 'de Prins van Oranje' uit Goes hoort bij de eerste lichting van clubs die zich aansluiten bij de Kolfbond.
Kolfsociëteit ‘De Prins van Oranje’ wordt in 1855 opgericht. De oprichters zijn winkelier M.A. Ramondt, horlogemaker A.C. Koopmans en boekdrukker S.J. de Jonge. Het is een godsdienstig gemengde vereniging van middenstanders; gehuwde mannen tussen de 30 en 50 jaar oud, waaronder voornamelijk winkeliers en ambachtslieden. Veel gereformeerden zitten er niet tussen, maar het aantal is vergelijkbaar met de leden van de handboogschutterijen. Onderzoeker John Helsloot komt tot de conclusie dat de kolfsociëteit daarom een gematigd liberaal karakter moet hebben gehad.
In 1909 schrijft Arie Pieter Lambertus Spuybroek, lange tijd woonachtig geweest in Goes en secretaris van de Nederlandsche Kolfbond, het boek “Het Kolfspel: geïllustreerde handleiding” dat wordt uitgegeven door de kolfbond zelf. Op dat moment wordt in Zeeland het spel alleen nog maar gespeeld in Middelburg en Goes. Spuybroek beschrijft de regels, de geschiedenis en de perikelen van het kolfspel, waarbij hij soms de focus legt op Goes.
Rond 1887, wanneer de plaatselijke kolfsociëteit weer volop gebruik maakt van de baan, wordt de kleien baan vervangen door een baan van cement die groter en breder is dan de vorige. Om hiervan te profiteren wordt de nationale kolfwedstrijd dat jaar in Goes gehouden: zo'n 120 kolvers komen in Goes bijeen om aan de wedstrijd deel te nemen. De organisatie rondom de wedstrijd is enorm, met onder andere optredens en uitvoeringen van Euphonia en gymnastiekvereniging Hercules. De wedstrijd en de feestelijkheden eromheen trekken veel bezoekers.
De baan van cement is aangelegd door de heren Pluister en Kok uit Zuid-Scharwoude, echter komen er een jaar na de plaatsing al scheuren in. De Delftsche Cementfabriek legt een nieuwe baan aan, maar 1 à 2 jaar later worden er opnieuw scheuren opgemerkt. Pas een aantal jaar later, in 1908, wordt de baan weer vervangen.
Het reglement van de Prins van Oranje bevat 33 artikelen. Deze verschillen van de “ouderwetse” regels die voorheen gehanteerd werden, en komen waarschijnlijk meer overeen met de regels van het spel zoals het in Van Lenneps tijd in Goes wordt gespeeld.
Door de notulen van de algemene vergadering van de kolfbond die plaatsvindt op 9 september 1889 te Goes, komen we erachter dat er nogal wat discussie gaande is over de regels. Uiteindelijk komt Spuybroek tot de conclusie dat er in Goes ‘rechtvaardig’ gespeeld wordt. Naar aanleiding van een voorstel van de heer Bertels van Schiedam, lid van het hoofdbestuur, zal voorafgaand aan het spel het hoofdbestuur ervoor zorgen dat de baan op en juiste wijze verdeeld is met het gedeelte tussen de achterpaal en het achterschot verdeeld in 6 gelijke delen, omdat dit nogal kon verschillen per baan. Op deze manier krijgt de speler met ‘de mooiste slag’ ook daadwerkelijk de meeste punten.
De (inmiddels Koninklijke) Nederlandsche Kolfbond weet zich staande te houden ondanks de sterk afgenomen populariteit van het spel. In Goes wordt het spel nog zeker tot de tweede wereldoorlog gespeeld. In 1996 wordt het—inmiddels theater—de Prins van Oranje gesloten, opvolger ‘De Mythe’ opent in 2004 op het Bleekveld. De kolfpalen uit 1772 zijn nu te vinden in Historisch Museum de Bevelanden.
Momenteel zijn er nog maar 16 kolfbanen te vinden in Nederland, waarvan 1 in Utrecht en 15 in Noord-Holland. Hoewel het moeilijk is om tegenwoordig nog ergens kolf te spelen, is er wel een modern alternatief: minigolf.