Biografie Anna Croiset van der Kop - Nadja Louwerse
Slaviste Nadja Louwerse, als buitenpromovenda verbonden aan de Rijksuniversiteit Groningen, werkt aan een proefschrift over het leven van Anna Croiset van der Kop, de eerste vrouw en Nederlander die een academische opleiding in de Slavische talen voltooide en dankzij wie de leerstoel slavistiek in Leiden tot stand kwam. In Goes is ze op zoek naar sporen van twee bekenden van Anna.
Nadja Louwerse heeft zelf ook Goese connecties. Haar grootvader was hoofdonderwijzer van de school in Kattendijke.
Archief Sint-Petersburg
Anna Croiset van der Kop (Den Haag 1859 - Frankfurt 1914) was Nederlands eerste slavist. Op 18-jarige leeftijd sloot ze de opleiding voor onderwijzeres af en behaalde vervolgens de mo-aktes aardrijkskunde en Nederlandse taal- en letterkunde. Na een jaar lesgeven op een Haagse school vestigde ze zich als privélerares en begon daarnaast artikelen te publiceren in dagbladen en tijdschriften over zeer uiteenlopende onderwerpen. Op 43-jarige leeftijd vertrok ze naar Berlijn voor medische behandeling. Daar besloot ze aan de universiteit Slavische talen te gaan studeren. Na haar afstuderen cum laude vestigde ze zich in 1907 in Sint-Petersburg om zich verder te bekwamen. Ze ontwikkelde zich daar in de toenmalige wereld van de slavistiek tot een gewaardeerde collega.
Anna Croiset van der Kop. Bron: Digitaal Vrouwenlexicon van Nederland.
Over Anna's leven in Rusland is Nadja Louwerse aardig wat te weten gekomen dankzij onderzoek in het archief van de Academie van Wetenschappen in Sint-Petersburg. Zo heeft Anna zich daar met daar met hart en ziel ingezet voor wat ze zag als haar levensdoel: de oprichting van een leerstoel Slavische talen in Leiden, die ze zelf wilde bekleden.
Leerstoel slavistiek 1913
Anna kwam regelmatig over naar Nederland, waar ze zich met hart en ziel inzette om een Slavische leerstoel in Leiden van de grond te krijgen. Met succes. In zomer 1913 werd de eerste hoogleraar slavistiek benoemd. Opvallend genoeg was dat niet Anna.
Gesteund door buitenlandse slavisten – vooral Russen – wist ze ook in Nederland prominente landgenoten zoals de AR-politicus Abraham Kuyper en de Leidse emeritus professor J.H.C. Kern voor haar plannen te winnen. Maar de Leidse letterenfaculteit was minder enthousiast, mede omdat ze een vrouw als hoogleraar in hun midden ongewenst vonden.
Zij werd dan ook volkomen gepasseerd bij de benoemingsprocedure. (Het zou nog tot 1917 duren voordat in Nederland de eerste vrouwelijke hoogleraar aangesteld werd. Dat was Johanna Westerdijk, buitengewoon hoogleraar in de fytopathologie (plantenziektekunde)).
Benoemd werd de neerlandicus Nicolaas van Wijk. Deze man was een vooraanstaand taalkundige, maar geen slavist en had op dit vakgebied weinig of niets gepubliceerd. Overigens kwam de studie Slavistiek onder zijn leiding tot bloei en verwierf hij onder slavisten aanzien.
Nicolaas van Wijk in 1922. Bron: Wikipedia
De Leidse leerstoel Slavistiek als zodanig bestaat nu niet meer, maar heeft plaatsgemaakt voor de opleiding Slavische studies. In 2013 werd wel het 100-jarige bestaan nog gevierd.
Overleden
Anna was - begrijpelijk - boos en teleurgesteld dat niet zij benoemd werd. Zij deed vervolgens nog - vergeefse - pogingen om ook in Amsterdam een leerstoel slavistiek van de grond te krijgen. Bekend is dat zij hierover gesprekken met o.a. de minister-president had.
Niet lang daarna is ze overleden. In januari 1914 op terugreis uit Nederland naar Rusland werd ze ziek en bleek in Heidelberg te uitgeput om verder te reizen. Ze werd overgebracht naar het huis van haar zuster in Frankfurt, waar ze in april overleed, 54 jaar oud.
Relaties met Goes
Momenteel richt het onderzoek van Nadja Louwerse zicht op het leven van Anna in Nederland. Tijdens haar speurwerk kwam ze twee vrouwen tegen die een relatie met Goes hebben, Marie Ramondt en Cornelia van Hövell. In de bevolkingsregisters en gemeentelijke jaarverslagen zoekt ze naar gegevens over hen.
Marie Ramondt
In het archief in Sint-Petersburg trof ze een brief aan uit 1907 van Marie Ramondt aan Anna Croiset van der Kop. Marie Ramondt had eveneens een wetenschappelijke carrière en was o.a. lector Nederlands in Duitsland. Zij publiceerde een veelheid aan artikelen en boeken. In Den Haag volgde zij privélessen bij Anna Croiset van der Kop. Marie Ramondt (1878-1963) was een dochter van J.J. Ramondt, redacteur van de Goessche Courant. Opvallend is dat zij door de hierboven al genoemde Nicolaas van Wijk, die tussen 1904 en 1907 leraar was aan de Rijks HBS in Goes, is klaargestoomd voor de mo-akte Nederlands.
Cornelia van Hövell
Een van de erfgenamen van Anna Croiset van der Kop was jonkvrouw Cornelia, Francisca Johanna, barones van Hövell (1853-1921). In krantenberichtjes had Nadja Louwerse gevonden dat zij in 1878 een baan als lerares Frans had aangenomen aan de Meisjesschool in Goes.
Cornelia van Hövell
Aanknopingspunten
Nadja Louwerse studeerde Slavische talen aan de Universiteit van Utrecht en Amsterdam. Ze publiceerde leerboeken over het Russisch en publiceerde ook al diverse malen over Anna Croiset van der Kop, zoals lemmata voor biografische portalen en artikelen voor het Tijdschrift voor Slavische Literatuur. Het zal niet de laatste keer zijn dat zij het Gemeentearchief van Goes bezoekt. Marie Ramondt en Cornelia van Hövell zijn boeiende, bekende persoonlijkheden geweest, die hun sporen nagelaten hebben. Ze vond in Goes diverse aanknopingspunten die een nader onderzoek waard zijn. Zij verwacht nog wel een paar jaar nodig te hebben, voordat zij de biografie kan afronden.
Dit interview is afgenomen in 2018.