Westerkerk - Frans Rothuizen
Oud-architect Frans Rothuizen (80) zocht in het archief van de Gereformeerde Kerk Goes naar gegevens over de Westerkerk voor een artikel dat hij aan het schrijven is en voor onderdelen van de kerk die gerestaureerd worden. De kerk werd ontworpen door zijn vader en zijn opa, beiden ook architecten.
Tricky
Het artikel schrijft hij voor het Bulletin Stichting Oude Zeeuwse Kerken. Deel 1 van het artikel verscheen eind 2015 en deel 2 in januari 2016. Beide delen kunt u onderaan de pagina downloaden. Binnenkort verschijnt het derde deel.
Hij heeft lang moeten nadenken voordat hij toezegde het artikel over de Westerkerk te zullen schrijven. Hij vond het toch een beetje tricky, zo'n project van je eigen vader en opa, moet je daar nou zelf over gaan schrijven, kun je dat niet beter aan een buitenstaander overlaten? Uiteindelijk ging hij dan toch overstag.
Het probleem van de leegstand van de kerken en de herbestemming ervan interesseert hem. De Westerkerk kon een herbestemming krijgen dankzij de stichting Johannes Thielen. Zijn weduwe Hendrika Wilhelmina (Ika) Smit richtte de stichting op. Hun beider nalatenschap werd bestemd voor de kerk, zodat die als ontmoetingsplaats in gebruik kon blijven. Niet alleen voor kerkelijke, ook voor culturele activiteiten.
Ook was Rothuizen nieuwsgierig hoe men de bouw van de kerk destijds geregeld had. Het was in de jaren van de bouw, van 1928 tot 1930, immers geen vetpot.
Een andere reden dat hij zich liet verleiden, was dat er veel materiaal over het gebouw is. Niet alleen bij het Gemeentearchief, er is ook nog het familiearchief. En de verhalen binnen de familie.
Klok zonder wijzers
De Westerkerk speelde al vroeg een rol in het leven van Frans Rothuizen. Zijn ouders trouwden er en een oom van hem werd er als predikant bevestigd. En als kind hoorde hij de verhalen over de Westerkerk. Van zijn vader, maar misschien nog wel meer als hij bij zijn grootouders in Goes logeerde, zelf woonde hij in Middelburg.
Een van die verhalen was hoe het kwam dat er (tot op de dag van vandaag) geen wijzers op de klok zitten. Dat kwam door geldgebrek.
Twee ontwerpen
De architect van de Westerkerk was Arend Rothuizen, de vader van Frans en destijds net afgestudeerd. Het was een van zijn eerste werken. Samen met zijn vader vormde hij het architectenbureau Rothuizen & Rothuizen en zijn vader assisteerde hem bij dit project. Dit was F.G.C. Rothuizen, directeur Gemeentewerken van Goes en parttime zelfstandig architect. Naar hem is Frans Rothuizen vernoemd.
Perspectieftekening Westerkerk door Arend Rothuizen in het archief van de Gereformeerde Kerk
Overigens had F.G.C. Rothuizen ook een ontwerp ingediend, maar dat is het dus niet geworden, overigens niet in de laatste plaats doordat hijzelf daarop aangedrongen had. Hij gunde het zijn zoon, voor wie het een uitgelezen kans was om ervaring op te doen in de finesses van het vak.
In die tijd speelde de discussie of je nu een hallekerk of een kruiskerk zou moeten bouwen. Als het anders was verlopen, had er op de plaats van de Westerkerk nu een kruiskerk gestaan, ongeveer vergelijkbaar met een ander gebouw van F.G.C. Rothuizen, de kerk van stichting Vrederust in Halsteren. Dit gebouw kwam in 1923 tot stand en werd overigens in 1970 verbouwd en wit geschilderd en kreeg toen ook een nieuwe naam: 'De Ark' (voor een afbeelding zie deel 1 van het artikel van F. Rothuizen onderaan de pagina).
De veel modernere Westerkerk doet wat denken aan de stijl van Berlage (1856-1934), met het veelvuldig gebruik van baksteen, zowel binnen als buiten. Arend Rothuizen had in Delft gestudeerd, maar was nog niet beïnvloed door de stijl van de Delftse School, die kwam daarna pas op.
Rothuizen &
De naam van de architecten Rothuizen is welbekend in Zeeland. Bekende gebouwen in Middelburg zijn het Pzem-gebouw (nu Delta) aan de Poelendaelesingel, de bomenbuurt in de Griffioen en het V&D-pand aan de Lange Delft (nu zit daar de Hema in). In Vlissingen de zeevaartschool aan de boulevard. In Goes zijn, naast de Westerkerk, de ambachtsschool aan de Westwal (later drukkerij Oosterbaan en cultuurhuis W45) en het oude belastingkantoor aan Ravelijn de Groene Jager aansprekende voorbeelden. De laatste twee werden door F.G.C Rothuizen ontworpen.
Na Rothuizen & Rothuizen werd het in 1942 Rothuizen & 't Hooft. Oprichter F.G.C. Rothuizen was eruitgestapt, hij was inmiddels ook directeur van Gemeentewerken van Noord-Beveland geworden en kreeg het te druk. Zoon Arend, inmiddels gevestigd in Middelburg, is toen met Piet 't Hooft als compagnon verdergegaan. Veel later is de Goese architect Maarten van Doorn erbij gekomen. Rothuizen, Van Doorn & 't Hooft werd het toen.
Eigen weg
Frans Rothuizen is erbij gekomen toen het Rothuizen & 't Hooft was, maar hij heeft er slechts kort gewerkt. Hij zocht zijn eigen weg en die lag buiten de provincie. Na zijn studies in Amsterdam en Delft en zijn militaire diensttijd heeft hij in Rijswijk gewoond en vooral in de Randstad gewerkt. Jarenlang bij een groot aannemingsbedrijf, daarna als medewerkend architect bij een architectenbureau in Den Haag. Het gebouw van het Ministerie van Onderwijs in Zoetermeer hebben ze bijvoorbeeld gemaakt, nu zit daar de AIVD in. Van alles en nog wat hebben ze gedaan, hij zegt weleens 'van klompenkot tot groot kantorencomplex'. Een van zijn leukste opdrachten vond hij het verbouwen van een kantoor voor het Nederlandse Tijdschrift voor Geneeskunde aan het Museumplein in Amsterdam, vlak achter het Rijksmuseum.
Terug naar Zeeland
Maar na zijn pensionering, alweer zo'n twintig jaar geleden, is hij terug naar Zeeland gekomen, op zoek naar rust. Niet dat hij stil ging zitten. Eerst verbouwde hij een oud boerderijtje vlakbij Baarland en Oudelande om zelf met zijn vrouw in te gaan wonen. Dat leidde weer tot allerlei ontwerp- en adviseringsklusjes voor boerderijen.
En hij ging schrijven. Voor de Boerderijenstichting bijvoorbeeld. Zo deed hij onderzoek naar een historische boerderij in de kanaalzone bij Terneuzen. Ook voor een club als Stichting Landschapsbeheer Zeeland schreef hij en natuurlijk voor het Bulletin van de Stichting Oude Zeeuwse Kerken. Het vak blijft interessant voor hem en hij wil graag bijblijven.
Restauratie
Het zal niet verbazen dat hij de stichting Johannes Thielen adviseert bij de restauratie van de Westerkerk. Dit begon ermee dat hij desgevraagd een dvd over het werk van zijn vader aan de stichting ter beschikking stelde, om af te spelen tijdens open dagen en dergelijke. De stichting heeft al heel wat opgeknapt aan de kerk en doet dat met respect voor het originele ontwerp.
Nu worden er nog een aantal puntjes op de i gezet, ook op initiatief van Rothuizen. Die ergerde zich aan de lampen, dieptestralers, die niet bij het gebouw pasten. Op oude foto's is te zien dat er vroeger grote Gispen-lampen hingen. Die komen terug, de Giso-lampen zijn nog leverbaar. Het was alleen nog even een toer om terug te vinden hoeveel het er precies waren en waar ze hingen. Dat heeft hij allemaal aan de hand van de oude foto's en tekeningen kunnen traceren.
De Giso-lampen van Gispen, catalogus in het archief van het Nieuwe Instituut in Rotterdam
Verder worden de originele kleuren voor het plafond en de wanden teruggebracht. Rothuizen heeft ook die na enig speurwerk kunnen terugvinden. Wat hij nog niet heeft kunnen ontdekken, zijn oude foto's of tekeningen van het originele hek. Nu staat er een houten hek en het zou natuurlijk prachtig zijn als daar een getrouwe replica zou terugkomen.
Dit interview is afgenomen in 2016.
Helaas is Frans Rothuizen onlangs overleden.